De reeks maatregelen die op 27 maart zijn voorgesteld, bevatten een blauwdruk voor een Europees diploma en twee voorstellen van aanbevelingen van de Raad. Deze twee aanbevelingen van de Raad zijn noodzakelijk om een Europees diploma tot stand te brengen.
De blauwdruk voor een Europees diploma bereidt de weg voor een nieuw type gemeenschappelijk programma, dat op nationaal, regionaal of institutioneel niveau (vrijwillig) zal worden ingevoerd en gebaseerd zal zijn op een gemeenschappelijke reeks criteria die op Europees niveau worden vastgesteld. Een Europees diploma zou tal van voordelen bieden: het zou bijvoorbeeld de mobiliteit van studenten in Europa bevorderen en hun transversale vaardigheden, de vraag op de arbeidsmarkt en het Europese concurrentievermogen versterken. Een dergelijk diploma zou aanleiding geven tot minder administratieve formaliteiten en zou instellingen voor hoger onderwijs uit verschillende landen in staat stellen gemakkelijk samen te werken over de grenzen heen.
In de mededeling wordt concreet voorgesteld hoe de lidstaten en de sector van het hoger onderwijs kunnen samenwerken om een Europees diploma tot stand te brengen dat automatisch erkend wordt in heel de EU. Rekening houdend met de verschillen in de Europese stelsels voor hoger onderwijs stelt de Commissie aan de lidstaten voor om een geleidelijke aanpak te hanteren bij de invoering van een Europees. Daarbij zijn twee toegangspoorten mogelijk:
- een voorbereidend Europees label, dat toegekend wordt aan gemeenschappelijke diplomaprogramma’s die voldoen aan de voorgestelde Europese criteria;
- een Europees diploma: een nieuw soort kwalificatie, berustend op gemeenschappelijke criteria en verankerd in nationale wetgeving.
De Commissie zou de lidstaten ondersteunen in hun inspanningen om een Europees diploma tot stand te brengen, door middel van een aantal concrete acties, waaronder een Europees laboratorium voor diplomabeleid, dat door het programma Erasmus+ zou worden ondersteund. Dit programma zal in 2025 worden ingesteld en heeft tot doel de lidstaten en de gemeenschap van het hoger onderwijs ertoe aan te zetten de hoofdlijnen van het Europees diploma uit te tekenen.
Voorts beoogt het eerste voorstel van aanbeveling van de Raad het proces van kwaliteitsborging en de automatische erkenning van kwalificaties in het hoger onderwijs te verbeteren. Met dit voorstel worden de lidstaten en de instellingen voor hoger onderwijs verzocht hun processen en praktijken rond kwaliteitsborging te vereenvoudigen en te verbeteren. Het gaat hier om de voorwaarden voor de plicht om verantwoording af te leggen en om vertrouwen te winnen, alsook om een verbetering van de prestaties van de universiteiten. De lidstaten worden verzocht maatregelen te nemen om hoger-onderwijsinstellingen in staat te stellen de voorgestelde programma’s sneller aan te passen aan de behoeften van de samenleving.
Het tweede voorstel van aanbeveling van de Raad beoogt uiteindelijk de universitaire loopbanen aantrekkelijker en duurzamer te maken in het hoger onderwijs. Dit voorstel heeft als doel om de gepaste erkenning en beloning te bieden aan personeelsleden die zich inzetten voor innovatie van onderwijsmethoden. Er worden aanbevelingen geformuleerd om beter rekening te houden met de verschillende functies die de personeelsleden vervullen buiten het onderzoek, zoals onderwijstaken en inspanningen om te werken aan duurzame ontwikkeling. De lidstaten worden ook aangemoedigd transnationale onderwijsactiviteiten te bevorderen.
Meer informatie
Bijzonderheden
- Datum publicatie
- 27 maart 2024
- Auteur
- Vertegenwoordiging in België