
Welke drie eigenschappen kenmerken jou?
“In de eerste plaats ben ik Belg. En ik heb een sterke band met België, zowel in mijn privésfeer als in mijn professionele relaties en omgeving.
Maar ik ben eigenlijk een vreemde mix. Ik ben ingenieur van opleiding en tevens stedenbouwkundige. Ik heb natuurwetenschappen gestudeerd, maar ook politieke wetenschappen. Die verscheidenheid is een rijkdom, die mij in staat stelt om sociale verschijnselen op een interessante en multidimensionale wijze te interpreteren. Voor mij is dit een echte troef als het gaat om het samenwerken met spelers uit de private sector en met overheden.
Tot slot, het algemeen belang is mijn drijfveer, mijn motor. Ik heb een grote interesse voor maatschappelijke ontwikkelingen en innovatie. Daar hoort natuurlijk ook wetenschappelijke innovatie bij, maar niet alleen. Voor mij gaat het ook over sociale innovatie, de rol van cultuur en kunst, hun invloed in de samenleving. Het is iets dat heel aanwezig is in mijn dagelijks leven. »
Wanneer bent u beginnen werken voor de Europese Commissie? Wat was uw beroep voordat u bij de Commissie kwam?
“Ik ben niet toevallig bij de Commissie beland. Het gebeurde heel natuurlijk, nadat ik op vrijwel alle overheidsniveaus had gewerkt. Eerst op lokaal niveau: met burgemeesters, voor de ontwikkeling van steden. In Frankrijk werkte ik in de buitenwijken aan de ontwikkeling van kwetsbare wijken. In België heb ik zowel met de burgemeesters van de steden als op regionaal niveau samengewerkt: voor het Brussels Gewest uiteraard, maar ook met Wallonië en Vlaanderen, aan kwesties die verband houden met territoriale ontwikkeling. Ik ben gespecialiseerd in regionaal ontwikkelingsbeleid, uiteraard Europese fondsen, maar ook hervormingen en wetgeving met territoriale impact. Op federaal niveau was ik verantwoordelijk voor de ondersteuning en financiering van geïntegreerde ontwikkelingsprogramma's op lokaal niveau, in de grote steden van België. In dit kader had ik uiteraard en regelmatig contact met Europa. Van het één kwam het ander, en de samenwerking mét Europa gaf me zin om te werken vóór Europa, en zo kwam ik terecht bij de Commissie - en meer in het bijzonder bij het directoraat-generaal Regionaal en Stedelijk Beleid.”
Wat trekt u aan in de rol van Commissievertegenwoordiger in België?
“De rode draad doorheen mijn carrière – zelfs voordat ik mijn functie als Hoofd van de Vertegenwoordiging op mij nam – is altijd de wens en de noodzaak geweest om te werken in relatie tot burgers, met de drijvende krachten, de actoren op het terrein. Dit is ook de reden waarom ik stedenbouwkundige ben, waarom ik graag werkte aan de implementatie van investeringsprogramma’s, concrete programma’s die impact hebben op het leven van mensen. De rol en missie van de Vertegenwoordiging liggen in dezelfde lijn: een brug slaan naar burgers, belangengroepen uit het middenveld, en actieve krachten. De Vertegenwoordiging wil Europees beleid mee mogelijk maken door bij te dragen aan een goed begrip ervan – via communicatieacties en door de zichtbaarheid ervan te garanderen. Maar voor mij is er ook deze hele dimensie van partnerschap, de ontwikkeling van oplossingen en initiatieven met belanghebbenden. Dat is echt wat mij motiveert, wat ik leuk vind aan deze missie als officiële Vertegenwoordiger van de Commissie.
En dan is het ook nog de dimensie van ‘samenwerken’. Ik ben niet de enige, het team waar ik mee samenwerk is net zo toegewijd als ik en deelt mijn overtuiging. We werken ook met netwerken in elke provincie, in elke regio, we ontwikkelen partnerschappen met veel actoren... en delen allen hetzelfde doel en dezelfde wens: de EU zichtbaarder en tastbaarder maken in het dagelijks leven van de Belgen.”
Wat zijn uw ambities binnen de Vertegenwoordiging? Wat is uw missie als Hoofd Vertegenwoordiging?
“Ik kom op een cruciaal moment, een sleutelmoment in de Belgische en Europese politieke cycli. In België komen de verschillende nieuwe regeringen stillaan tot stand, en komen de gemeenteraadsverkiezingen dichterbij. Op EU-niveau heeft voorzitter von der Leyen onlangs een nieuw College en de nieuwe politieke prioriteiten voor 2024-2029 voorgesteld. Ik denk dat er een geweldige kans ligt om te werken aan wat de EU vandaag voor België is. Vooral rond onderwerpen zoals de veiligheid in Europa, het opbouwen van onze welvaart – waarvan het concept opnieuw moet worden bekeken in de context van een klimaatneutrale economie, en natuurlijk onze democratie. De democratie staat vandaag duidelijk onder spanning: we zien een groot wantrouwen van de bevolking jegens de overheid, tegenover de verkiezingen en hun gekozen vertegenwoordigers... maar dit is ook te wijten aan de voortdurende bedreigingen en aanvallen waarmee de democratie wordt geconfronteerd, en dan heb ik het niet over niet alleen desinformatie... Er moet echt diepgaand werk worden verricht om de relatie tussen burgers en hun instellingen te verbeteren. Dit is een echte uitdaging voor de Vertegenwoordiging: de link leggen – creëren, versterken – tussen de instellingen, waaronder de Europese Commissie, en de actieve krachten in België. Dit betreft niet alleen de politiek, maar ook de academische wereld, het bedrijfsleven, de industrie, NGO’s, non-profitorganisaties, burgers – actief of onzichtbaar, ook degenen die geen toegang (meer) hebben tot informatie. De inzet is enorm, en naar mijn mening is dit de kern van de missie van de Vertegenwoordiging van de Commissie in België.”
Meer informatie
Bijzonderheden
- Datum publicatie
- 30 september 2024
- Auteur
- Vertegenwoordiging in België