Direct naar de inhoud
Vertegenwoordiging in België

Wat doet de Europese Unie met ons geld?

De begroting van de Europese Unie (EU) maakt investeringen mogelijk die voordelig en nuttig zijn voor iedereen en op alle niveaus. Zij wordt ook nauwlettend in het oog gehouden door het Europees Parlement.  

Samenstelling van de EU-begroting

De EU haalt haar inkomsten uit:

  • een proportioneel deel van het bruto nationaal inkomen (BNI) van elke lidstaat
  • douanerechten bij invoer uit derde landen
  • een klein deel van de belasting op de toegevoegde waarde (BTW) die door elke lidstaat wordt geïnd
  • sinds 2021, een bijdrage op basis van het afval van niet-gerecycleerde plastiek verpakkingen in elke lidstaat
  • andere ontvangsten, waaronder bijdragen van derde landen aan bepaalde programma's, achterstandsrente en boetes, alsook het eventuele overschot van het voorgaande jaar.

Een gemeenschappelijke begroting voor een doeltreffender optreden

Op sommige gebieden kunnen de EU-lidstaten door bundeling van middelen op Europees niveau betere resultaten bereiken dan wanneer zij alleen zouden investeren. Dit geldt met name voor langetermijninvesteringen, zoals via de bekende programma's Galileo en Erasmus+. Concreet wordt het rendement van de investeringen voor elke lidstaat geraamd op 5 tot 10 maal zijn jaarlijkse bijdrage aan de EU-begroting; België vormt hierop geen uitzondering.

De EU-begroting maakt het mogelijk om samen te investeren in antwoorden op de grote grensoverschrijdende uitdagingen waar de EU-landen voor staan, zoals de coronacrisis, de klimaatverandering of terroristische dreiging. Bovendien fungeert ze als een aanvulling op de nationale begrotingen van de EU-lidstaten. In 2020 omvatte de EU-begroting ongeveer 173 miljard euro aan middelen, of 2,43% van alle overheidsuitgaven in de EU. 

Voordelige en nuttige investeringen voor iedereen

De EU-begroting financiert Europese programma's die in de lidstaten zelf worden uitgevoerd.

In België profiteren elk jaar vele studenten, kunstenaars, landbouwers, onderzoekers, ondernemers, enz. maar ook steden, regio's en non-profitorganisaties op die manier van Europese steun. Hier zijn enkele voorbeelden:

  • Het Erasmus+-programma subsidieert projecten op het gebied van onderwijs, opleiding, jeugd en sport. België neemt deel sinds 1987. Zo ontvingen in 2018 bijna 23 800 Belgen een Erasmus+-beurs om in het buitenland te studeren of een opleiding te volgen.
  • Het programma Creatief Europa steunt projecten in de culturele en audiovisuele sector. Zo steunt het i-Portunus-initiatief mobiliteitsprojecten en grensoverschrijdende samenwerkingsverbanden voor kunstenaars.
  • Horizon Europa is het vlaggenschipprogramma van de EU voor onderzoek en innovatie voor de periode 2021-2027. Het steunt projecten op uiteenlopende gebieden als gezondheid, milieu, technologie, landbouw, energie, enz. Het is een zeer belangrijk programma voor België, dat bekend staat om de uitmuntendheid van zijn onderzoekers en onderzoeks- en innovatie-instituten, maar ook om de innovatiekracht van zijn bedrijven.
  • Enkele honderden Belgische gemeenten nemen deel aan het WIFI4EU-programma, dat voor iedereen gratis wifi in de openbare ruimte promoot.
  • De EU steunt ook de ontwikkeling van steden en regio's via de Europese structuur- en investeringsfondsen. Zo heeft de EU voor de periode tussen 2014 en 2020 ongeveer 3,3 miljard euro in België geïnvesteerd, in tal van projecten.

Beheer van de EU-begroting

De EU-begroting wordt regelmatig gecontroleerd om fraude te voorkomen en ervoor te zorgen dat elke geïnvesteerde euro meerwaarde oplevert voor de Europese burgers. De Europese Commissie werkt op dit gebied nauw samen met de EU-landen. De nationale autoriteiten en de Europese Commissie kwijten zich namelijk samen van ongeveer driekwart van de begrotingsuitgaven (gedeeld beheer).

Als EU-middelen verkeerd zijn besteed (onregelmatigheden, fraude, enz.), eist de Europese Commissie van de begunstigden dat zij de geïnvesteerde middelen terugvorderen of herbestemmen. In 2017 werd 2,8 miljard euro van de totale door de EU vastgelegde investeringen teruggevorderd of een andere bestemming gegeven.

Ten slotte besteedt de EU slechts 6% van haar begroting aan haar administratie (salarissen en pensioenen van EU-ambtenaren, scholen voor hun kinderen, onderhoud van administratieve gebouwen, enzovoort). Aangezien België bovendien de zetel is van verschillende Europese instellingen, wordt een deel van dit geld door Europese ambtenaren opnieuw in de plaatselijke economie geïnjecteerd.

 

Nuttige links